14 augustus 2012

Hartzeer


“Stop met je columns en maak nou eindelijk eens je boek af!”
Dit advies kreeg ik met de regelmaat van de klok door vriendin en schrijfster Ruth San A Jong naar mijn hoofd geslingerd. Toen ik haar vorige maand het nieuws vertelde dat ik mijn pen als columnist voorlopig terzijde zou leggen was ze dan ook dolgelukkig. Ze had gelijk. Mijn boek waar ik jaren geleden aan was begonnen verdween vanwege mijn journalistiek werk en mijn columns steeds meer naar de achtergrond. Voor een schrijver bestaat de wereld uit woorden. Emoties, ervaringen, gebeurtenissen, gedachten, angsten, ze worden in ons hoofd automatisch in woorden omgezet en blijven ons slaan totdat we ze bevrijden door ze in vloeiende en mooie zinnen aan het papier toe te vertrouwen. De kunst is om de woorden op dusdanige wijze te kiezen dat de lezer zich met datgene wat hij leest kan identificeren en dat er iets in hem wordt losgemaakt. Schilderen met woorden.

Als journalist was ik aan regels gebonden. Feiten zijn belangrijker dan woorden. Waarheid belangrijker dan een mooie zinsconstructie. Het veinzen van objectiviteit belangrijker dan een amusante woordspeling. Als columnist gingen echter de poorten van de hemel der bellettrie voor mij open. Totale vrijheid om mijn mening en ervaringen op elke door mij gewenste manier neer te pennen. Mede door mijn journalistieke achtergrond hield ik mij wel altijd aan de feiten, maar als columnist had ik de luxe mijn mening ongezouten door de strot van de lezer te pennen en kon ik zo nu en dan een welgemikte en verdiende trap uitdelen. Dat leverde mij de nodige scheldpartijen, bedreigingen en zelfs het etiket “vijand van de staat” op. Maar ook complimentjes, schouderklopjes en oudere dames die mij op straat spontaan tegen de boezem drukten om mij te bedanken voor iets wat ik had geschreven. Mijn woorden maakten emoties los en dat is de taak van een schrijver en zeker dat van een columnist.

Maar de woorden van Ruth deden mij wederom beseffen dat ik gemakzuchtig ben en geen discipline heb. Of was het ijdelheid? Met mijn journalistiek werk en mijn columns koos ik voor de relatief makkelijke weg en de snelle publicatie. Een boek vergt veel meer inspanning. Daarnaast is het met een boek maar de vraag of een uitgever bereid is mijn hersenspinsels te publiceren. Maar waar mijn columns en andere artikelen de volgende dag in de kattenbak verdwijnen of voor het verpakken van vis worden gebruikt, is een boek een blijvend en tastbaar bewijs van gebrachte offers, passie en inzet.

Terwijl ik een paar dagen geleden vanwege aanhoudende pijnen op de borst bij de cardioloog Kenneth Chin A Sen op bezoek was, drong het meer en meer tot mij door dat als ik nu niet de knoop doorhak en mijn boek afmaak het er wellicht nooit meer van zal komen en dat als ik over een paar jaar als gevolg van een hartaanval dood neerval, mijn enige nalatenschap een stapel oude kranten en tijdschriften is met mijn artikelen. Met pijn in mijn hart, de figuurlijke pijn voordat ik een telefoontje van Chin A Sen krijg, dien ik dan ook deze voorlopig laatste column in. Ik heb geprobeerd om naast mijn columns aan mijn boek te werken, maar beide zijn veeleisende minnaressen en eisen exclusieve aandacht en volledige toewijding. Zoals aangehaald heb ik weinig discipline. Ik heb de adrenaline van de deadline en de dreigende stem van een hoofdredacteur nodig om mijn stukken te schrijven en op tijd in te dienen. Dat komt nu weg te vallen. Beste lezer, bij deze doe ik dan ook het verzoek aan u dat wanneer u mij ergens doelloos en vertwijfeld op straat ziet ronddolen u mij zult aanklampen, door elkaar zult schudden en zal vragen: Henry, je boek?! Waar blijft je boek?!

8 augustus 2012

Sazuur


Een kennis van me die eigenaar is van een horecagelegenheid heeft een bezoekje gekregen van vertegenwoordigers van het beruchte clubje Sasur. Hem werd het verzoek gedaan of hij zo vriendelijk zou willen zijn om een bedrag van rond de SRD 600,00 per uur aan Sasur af te dragen op de avonden dat er muziek wordt gedraaid. Geheel in maffiastijl werd hem duidelijk gemaakt dat bij weigering hij op een avond een bezoekje zou kunnen verwachten van een deurwaarder vergezeld van de politie en dat zijn zaak op slot zou gaan totdat hij een regeling met Sasur zou hebben getroffen.

Minister Belfort van Justitie en Politie heeft onlangs te kennen gegeven dat hij wel belangrijkere zaken aan zijn hoofd heeft dan het gezeur over muziek- en auteursrechten en uitgaande van de verharding van de criminaliteit en het kamikaze gedrag van veel verkeersdeelnemers, zou men geneigd zijn hem gelijk te geven. Toch moet de overheid voorzieningen treffen om creatieve geesten in de gelegenheid te stellen zich te kunnen uiten en om een boterhammetje te kunnen verdienen met hun werk. Jaren geleden werd ik benaderd met het verzoek om de officiële Suriname Tourist Guide te schrijven. Toen er werd onderhandeld over mijn gage werden er pijnlijke gezichten getrokken. Geld voor het schrijven was er niet, maar er waren wel genoeg fondsen om de leden van de organisatie de hele wereld te laten afvliegen en zichzelf goed te laten fêteren. Als schrijver ging het mij om de uitdaging en schreef ik de gids voor een bedrag waar ik niet eens mijn favoriete fles whisky voor kan kopen. Jarenlang heb ik mijn teksten op overheidssites en andere publicaties mogen lezen zonder dat er sprake was van een vergoeding of zelfs maar bronvermelding. Maar, ik ben een schrijver. Alles voor de kunst!

De handelingen van Sasur kunnen echter ernstige maatschappelijke gevolgen hebben. Radio- en televisiestations zijn afhankelijk van adverteerders. Wanneer zij worden geconfronteerd met absurd hoge aanslagen van Sasur, dan worden deze doorberekend naar de adverteerders. Adverteerders op hun beurt hebben de keuze te stoppen met adverteren, wat kan leiden tot het verlies van arbeidsplaatsen en zelfs sluiting van mediahuizen, of ze kunnen doorgaan met adverteren en de hoge kosten doorberekenen. Aan wie? Juist ja, u en mij. Hetzelfde zal plaatsvinden in de horeca. Of zaken gaan over de kop, of een avondje Touché is voortaan alleen maar weggelegd voor de welgestelden onder ons die er geen moeite mee hebben het gemiddelde dagloon van een onderwijzer of een verpleegster voor een toegangskaartje of een glaasje Borgoe-Cola neer te moeten tellen.

Jarenlang hebben platenmaatschappijen kapitalen verdiend dankzij clubjes als Sasur. Met mooie verhalen wordt er verteld dat het geld ten goede komt van de artiesten en muzikanten. Niets is minder waar. In Nederland rolt de zusterorganisatie van Sasur, de BUMA/STEMRA ook van het ene schandaal naar het andere. Bestuurders die zichzelf verrijken en zichzelf enorme bonussen toekennen en enorme bedragen die aan de strijkstok blijven hangen. Sasur is een dubieus clubje dat niet transparant opereert en poogt met achterhaalde Westerse methoden zichzelf te verrijken over de rug van het Surinaamse volk. Suriname is een land in ontwikkeling en het is niet realistisch te verwachten dat men diep in de buidel moet tasten omdat een plaatje wordt gedraaid uit het repertoire van één of andere Westerse artiest die niet eens weet waar Suriname ligt.

De overheid heeft als taak over het welzijn te waken van al haar onderdanen, inclusief dat van de voorzitter van Sasur. Iedereen die ook maar een beetje bekend is met showorganisatoren, weet dat er daar een paar figuren rondlopen die je niet boos wil maken. De voorzitter van Sasur is bezig tegen de schenen te trappen van gevaarlijke mensen en als hij niet door de overheid tegen zichzelf in bescherming wordt genomen is het niet uitgesloten dat hij op een dag met zijn repertoire en al drijvend in de Surinamerivier wordt aangetroffen. In troebel water is het goed vissen, moet hij hebben gedacht bij de oprichting van zijn stichting. Ik denk alleen niet dat hij het troebel water van de Surinamerivier daarbij in gedachte had.

1 augustus 2012

Titanic


In 1898 werd het boek Futility van de Amerikaanse schrijver Morgan Robertson gepubliceerd. Het boek gaat over een luxe Brits passagiersschip dat na tegen een ijsberg te zijn opgevaren met al haar passagiers en bemanning de diepte in verdwijnt. Nauwelijks veertien jaar later na de publicatie van Futility verdween er werkelijk een super-de-luxe Brits passagiersschip in het ijskoude water van de Noord Atlantische Oceaan. Het is interessant om enkele van de opmerkelijke overeenkomsten uit het boek van Robertson met de laatst genoemde gebeurtenis naast elkaar te leggen. Het schip uit het boek van Robertson werd onzinkbaar geacht, dat gold ook voor het schip dat daadwerkelijk de diepte in verdween. De passagiers op het schip van Robertson waren welgesteld, een groot gedeelte van de passagiers op het andere schip behoorden tot de crème-de-la-crème van hun tijd. In het boek voltrok het drama zich in de maand april, dezelfde maand waarin het werkelijke drama zich voltrok en beide schepen zonken na in aanvaring te zijn gekomen met een ijsberg. Robertson noemde zijn schip in het boek The Titan, de naam van het schip dat eeuwige roem verwierf door op haar maiden voyage ten onder te gaan was The Titanic. Houd in gedachten dat het boek van Robertson volledig fictie is en jaren voor de ramp van The Titanic is geschreven. Het is één van die gegevens in het leven die je je wenkbrauwen doet fronzen.

Ik ben gefascineerd door de Titanic en toen ik vorige week weer een stapel nieuwe boeken over de Titanic kreeg was ik zo blij als een kind met een nieuw speeltje. A night to remember is een aaneenschakeling van getuigenverslagen van overlevenden. Het is zo gedetailleerd en levendig geschreven dat je het gevoel krijgt zelf tussen de passagiers aan de reling van de Titanic te staan en hun doodsangsten deelt.
De welgestelde Benjamin Guggenheim, die samen met zijn valet zijn plaats opgaf in de reddingsboten, zich verkleedde in rokkostuum en met een glas cognac en een sigaar het moment afwachtte dat de zee hen zou verzwelgen.
We've dressed up in our best and are prepared to go down like gentlemen.”
Het schatrijke bejaard echtpaar Straus, oprichters en eigenaars van het wereldberoemde warenhuis Macy’s, waarvan de vrouw uit de reddingsboot stapte en ervoor koos om samen met haar man ten onder te gaan.
 "I will not be separated from my husband. As we have lived, so will we die, together."
Kippenvel.

Er is een onderzoek geweest hoe het kwam dat er verhoudingsgewijs meer Britten verdronken dan Amerikanen. Volgens de onderzoekers zou de kenmerkende Britse beleefdheid en hoffelijkheid hier aan ten grondslag hebben gelegen.
“Amerikanen dachten waarschijnlijk: hey, hoe idioot is het om op een zinkend schip keurig je beurt af te wachten! De Amerikaan is over het algemeen wat individualistischer ingesteld om het maar netjes te zeggen,” aldus één van de onderzoekers. Eén van de overlevenden verklaarde dat de hufters de ramp hebben overleefd en de beschaafde en hoffelijke mensen zijn verdronken.

Voor mij is het verhaal van de Titanic een enorme bron van inspiratie. De manier hoe iemand de dood onder ogen komt, vertelt veel over de persoon die hij was. Daarnaast kan je beter op een waardige en hoffelijke manier uit het leven stappen, dan voort te moeten leven in een wereld vol hufters.
Terwijl Sylvia Caldwell, een onderwijzeres die met haar man in Thailand les had gegeven, aan boord ging van de Titanic, vroeg ze aan één van de bemanningsleden of het schip werkelijk onzinkbaar was.
“Yes, lady. God himself could not sink this ship.”
En dat is ook een wijze les om te onthouden. Als mens kunnen wij onszelf soms zo geweldig en belangrijk vinden, er komt altijd wel eens een keer een ijsberg op ons pad om ons terug te brengen naar de realiteit.