27 juni 2012

Lamlendig

“Hallo?” 
“Hi Carbière. Alles goed? De vp heeft je nodig. Kan je binnen een half uur op het kabinet zijn?” Ik stootte een keelklank uit die voor een ‘ja’ moest doorgaan en keek vanonder mijn lakens met rooddoorlopen ogen en een bonkend hoofd naar de klok. Zaterdagochtend, zeven uur! Het was de week na de inauguratie van president Bouterse en vicepresident Ameerali. Ik ken de vp vanaf de tijd dat hij vz was van de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF). Een harde en energieke werker en een ondernemer pur sang.

“Jeetje, wat doe je me aan? Nu moet ik dus alleen maar positief en aardig gaan schrijven over de regering?” grapte ik toen we elkaar spraken vlak voordat bekend werd dat hij kandidaat was gesteld.
“Zeur niet Carbière, jij blijft gewoon lekker je ding doen!”

Die bewuste zaterdagochtend was er een brainstormsessie met de leden van zijn kabinet. Terwijl mijn dochter gezellig bij “oom Robert, de vieze president” op schoot zat en aan zijn baard zat te plukken, mocht ik ongezouten mijn mening geven over zaken regarderende mijn professie en actuele zaken in het land. Ondanks het vroege tijdstip bruiste het van de activiteit en heerste er een sfeer van aanpakken. Ik heb totaal geen geloof en vertrouwen in welke politicus of politieke partij dan ook, maar ik sta wel als een blok achter Ameerali. De eerste weken vond er op zijn kabinet een ware slachting plaats. Alle ambtenaren met een zeven-even mentaliteit of die niet flexibel waren en het hoge werktempo van de vp niet konden bijbenen werden overgeplaatst en vervangen door jonge mensen met een frisse geest. Knelpunten werden geïdentificeerd. Werkgroepen met capabele mensen werden ingesteld. Een jarenlange achterstand aan vergunningsaanvragen en overige nog te tekenen stukken en documenten werd in een recordtempo weggewerkt. Openheid en transparantie was het adagium. Voordat Ameerali voorzitter werd van de KKF, was het een obscuur clubje welke onder zijn bewind werd getransformeerd tot een dynamische en open organisatie. Ik hoopte dat hij hetzelfde voor elkaar zou krijgen met de N.V. Suriname.


Helaas raakte hij al snel verstrikt in de stroperige en onzichtbare hand die het land al decennia lang in de greep lijkt te hebben. Partijpolitiek, grote ego’s, lange tenen, driedubbele agenda’s, binnenkamertjespolitiek, bureaucratie en ga nog maar even door. Ameerali is het type ruwe bolster, blanke pit en hij schiet je zijn mening onverbloemd tussen de ogen. En tja, daar maak je in Suriname niet veel vrienden mee.

Dan is er een ander probleem waar ik vorige week persoonlijk mee werd geconfronteerd. Voor één van mijn nieuwe bedrijven ben ik op zoek naar personeel. Ik kwam in contact met een flinke, jongeman van midden twintig die als schoonmaker werkte in een ziekenhuis. Ik bood hem een leuke functie aan, een goed salaris, een training in het buitenland en alle medische voorzieningen. Uiteraard moest hij dan wel ontslag nemen bij het ziekenhuis. Met een blik alsof ik hem een oneerbaar voorstel deed keek hij mij vol afschuw aan! Hij was ambtenaar. Alle voorzieningen had hij, later een pensioen en hij kon iedere dag vroeg naar huis. Hoe kon ik zo naïef zijn te denken dat hij ooit ontslag zou nemen bij lanti om hard te moeten gaan werken voor een bedrijf?!

Ondanks de inmiddels vrijwel grijs geworden bos haar op zijn hoofd, heeft de vp nog steeds zijn kenmerkende grijns op het gelaat en kwijt hij zich nog vol energie van zijn taak. Maar als ondernemer in hart en nieren weet hij dat elke onderneming staat en valt met goed personeel. De president heeft jaren geleden eens gezegd dat, wanneer hij weer aan de macht zou komen, hij Suriname zou omtoveren tot het Singapore van Zuid-Amerika. Echter wanneer de overheid toelaat dat jonge en krachtige mensen zoals het eerder genoemde lamlendige heerschap er liever voor kiezen tot hun pensioen bij lanti te lanterfanten, dan zullen wij over enkele jaren het Haïti van Zuid-Amerika zijn en is de N.V. Suriname in no-time failliet.

20 juni 2012

Zomaar een gesprek

“Ik hoop dat ze dit beest net zo afschieten als die andere vier! Verschrikkelijk om door zo een monster te worden verkracht. Kijk naar die foto! Het lijkt wel een kakkerlak met die vlechtjes.”
Ik keek naar de foto van de van verkrachting verdachte voortvluchtige. Inderdaad niet het toonbeeld van menselijke schoonheid. En de vlechtjes die uit zijn hoofd staken deden werkelijk denken aan voelsprieten. Echter bekroop me het vervelende gevoel dat mijn emotionele gesprekspartner niet alleen op de vlechtjes doelde toen ze de man kwalificeerde als beest. 
“Het zijn niet alleen negers die verkrachten hoor”, mompelde ik. 
“Dat weet ik Henry! Maar het zijn wel altijd dit soort schoften die het op een beestachtige wijze doen!”
“Oh? Wat, Hindostanen verkrachten op een vriendelijke wijze? Is het minder erg om door een Hindostaan te worden verkracht dan door een neger?”
“Dat is echt een stomme opmerking! Bij Hindostanen speelt verkrachting zich voornamelijk af binnen de familiekring of komt het voort uit een dronken bui. Jouw negers breken in, mishandelen en beroven gezinnen en als dat al niet traumatisch genoeg is verkrachten ze ook nog vaak de aanwezige vrouwen! Dat is het verschil!”
“Mijn negers????”
“Ja jouw negers! Jij had ook al zo een tye poti houding toen ze die vier hadden neergeschoten. Je zeurt altijd dat de politie niet accuraat optreedt en nu ruimen ze deze ellendelingen op en zit je nog te zeuren!”
“Hey lieverd, er is nog een heel groot gebied tussen niet komen opdagen wanneer je ze belt en een wagen met vier verdachten doorzeven met kogels! En ja, mijn journalistiek instinct knaagt behoorlijk bij dit voorval. Volgens Justitie waren deze mannen enorme gangsters maar er werd niet eens een waterpistooltje op ze gevonden. Wat voor dreiging ging er dan van ze uit dat je ze zo overhoop moest schieten? Dan beweert de politie dat ze deze mannen al maanden op het spoor waren en hun telefoons afluisterden. Waarom hebben ze de overval in de Maretraite Mall dan niet verhinderd? Daar hebben de overvallers geschoten en konden er doden zijn gevallen. Deze mannen waren verdachten en ja, als burger heb ik er moeite mee als agenten of militairen als executeur optreden en verdachten overhoop schieten. De staat heeft het monopolie op geweld. Maar dat betekent niet dat je iedereen zomaar een wapen in de hand kan drukken. Van agenten en militairen verwacht ik vuurdiscipline, ze moeten bekwame schutters zijn en weten wanneer en hoe hun wapens te gebruiken. De volgende keer zit ik met vrienden in een auto en worden wij overhoop geschoten omdat er ergens een overval is gepleegd en wij verdacht zijn!”
“Dat slaat nergens op. Jij voldoet totaal niet aan het profiel van een crimineel!” 
“Omdat ik geen vlechtjes heb?” 
“Doe lollig!”
“Oh, dus omdat ik niet zwart ben? Dus je wilt me zeggen dat we nu in Suriname al zover zijn dat als je na een avondje stappen met vier zwarte jongens in een auto naar huis rijdt, je de kans loopt overhoop te worden geschoten omdat je aan een daderprofiel voldoet?” 
“Henry doe niet naïef. Daderprofilering komt niet zomaar uit de lucht vallen hoor schatje. En nu zullen andere misdadigers wel twee keer nadenken voor ze hun rotzooi uithalen!” 
“Dus het overhoop schieten van vier verdachten, en ik benadruk verdachten, dient als doel om aspirantmisdadigers te waarschuwen? Dit voorval is alleen maar een waarschuwing voor de echte zware criminelen dat wanneer ze in het nauw zijn gedreven ze hun leven duur moeten verkopen en moeten schieten op alles en iedereen die ze in de weg staat.”
“Wat zou jij dan doen als er ’s nachts plotseling een paar van deze figuren bij jou thuis over de poort zouden springen?” 
“Schieten.”
“Nou dan! Dan waarom klets je zo heilig?”
“Dat is appels met peren vergelijken schat. Het verschil is dat degene die bij mij over de poort springen geen verdachten zijn, maar daders en ik mijzelf dus verdedig. De mannen die zijn doodgeschoten zijn verdachten en daar hoort de rechter over te oordelen, maar dat gaat nu vrij lastig met een kilo kogels in hun lichaam.”
“Hey laat me hoor. Ik ben blij dat ze zijn opgeruimd en ik slaap er een stuk beter door. Zo, en nu ga ik ervandoor en haal het niet in je hoofd om mij in een column van je te zetten!”

12 juni 2012

Gezondheid


Ik haat sport. Er is maar één ding wat die haat overtreft en dat is de haat om zelf te moeten sporten. Ik lig liever met een goed boek en een fles whisky in de hangmat dan zwetend en puffend achter een bal aan te moeten rennen. Helaas val ik als veertiger in een leeftijdsgroep waarbij het lichaam een eigen wil schijnt te hebben ontwikkeld en het middels allerlei gebreken, kwaaltjes en uitdijende lichaamsdelen duidelijk wil maken dat ik de rekening krijg gepresenteerd voor mijn levensstijl van de afgelopen twee decennia. Tijdens een brunch vorige week zaterdag werd ik weer met deze harde werkelijkheid geconfronteerd. Ik kreeg steken op de borst, raakte kortademig, zag zwarte flitsen en trok bleek weg. Mijn vriendin wilde me al naar het ziekenhuis racen maar de gedachte aan injectie- en infuusnaalden die in mijn lichaam zouden worden geprikt was al voldoende om het onregelmatig geklop van mijn hart bijna volledig lam te leggen en ik besloot het nog even aan te kijken. Na een uurtje hijgen en piepen besloot ik Armida maar weer te contacten. 

Armida is mijn personal trainer die tot voor kort twee keer per week bij mij aan huis kwam om mij intensief te drillen. Dit gaat er soms zo fel aan toe dat de buren denken dat we bezig zijn elkaar te vermoorden. Terwijl ik op de grond bezig ben met één of andere aan marteling grenzende oefening en ik gil dat ik niet meer kan en ik moet braken, schreeuwt zij tegen me dat ik een slapjanus en een mietje ben en ze me een paar schoppen geeft als ik durf te stoppen met de oefening. Geloof het of niet, maar ik betaal haar vorstelijk voor deze behandeling. In verband met buitenlandse reizen, werkdrukte en een operatie zijn de trainingen een tijdje opgeschort en heb ik flink gebruik gemaakt van die periode door alles wat zich binnen een straal van een meter in mijn buurt bevond te eten. Mijn near death experience van vorige week heeft me echter doen besluiten om toch maar weer te beginnen met trainen.
Zakelijk heb ik heel veel discipline en wilskracht. Ook voor het schrijven moet alles en iedereen wijken. Maar wanneer het op sporten aankomt heb ik de wilskracht van een slappe dweil. Een “volslanke”, slappe dweil. Inmiddels ken ik de meeste oefeningen wel die Armida me laat doen en zou ik ze eigenlijk zelf kunnen doen, maar om mijn boek weg te leggen of op te staan van de bank lukt me maar niet en om oefeningen te doen met een vol glas single malt whisky in de hand gaat zelfs mij een beetje te ver. Ik heb helaas Armida dus nodig, die iedere week trouw voor de poort staat en mij bedreigt en uitscheldt en me mijn darmen laat uit kotsen.

Een andere gebeurtenis heeft me ook doen beseffen zuinig om te gaan met mijn lichaam en op de jaartjes die mij nog resten. Mijn moeder is afgelopen weekend van een balkon een paar meter naar beneden op een betonnen vloer gevallen. Voor haar geluk heeft één van mijn bedrijfsauto’s haar val enigszins gebroken, anders was het zeker erger afgelopen en zat ze nu in een rolstoel of lag ze in een kist. De aanblik van mijn moeder onder het bloed, met een gebroken pols en een van pijn verwrongen gezicht zal mij de rest van mijn leven blijven achtervolgen en nachtmerries bezorgen. Ze is inmiddels al een paar dagen in het ziekenhuis en is al weer bezig met iedereen ruzie te zoeken, dus klaarblijkelijk is ze ondanks de nodige gebroken en gekneusde ledematen gelukkig weer redelijk de oude. Maar het heeft me aan het denken gezet. We nemen onze gezondheid en lichaam eigenlijk altijd voor lief. We staan nooit stil bij het feit dat we blij moeten zijn als we geen gebreken hebben en alles nog goed functioneert. Ter bevestiging hiervan kwam ik vandaag op Facebook een goede tekst tegen: our health always seems much more valuable…….after we lose it. Een waarheid als een koe. Mocht er iemand volgende week toevallig langs mijn huis lopen en een heleboel gegil, gehuil en gesmeek horen, schrik niet want dit wil zeggen dat Armida weer begonnen is me te trainen.

6 juni 2012

Marieke en Michael


Tegen beter weten in geloof ik nog steeds in de liefde. Eigenlijk alles wat ik in mijn leven heb opgebouwd had als doel om een mooi nestje te creëren waar ik met mevrouw Carbière Falls zou wonen en waar we ons dagelijks zouden laven aan de liefde en elkaar zouden verscheuren in passionele hartstocht, onderwijl genietend van het geluid van trappelende voetjes van ons rond rennend kroost. Op dit moment is de enige mevrouw Carbière Falls die in mijn huis rond rent mijn dochter. Ze is dan wel de vrucht van een passionele nacht, maar tussen haar moeder en mij is er louter sprake van hartstochtelijke haat en het passionele verlangen van ons beide de ander graag onder de grond te zien onder een groot blok gewapend beton of een rotsblok.

Het vooruitzicht op meerdere kinderen is sinds maandagochtend ook verkeken dankzij het deskundige snijwerk van dokter Vriesde. Terwijl mijn penis en ik beide in doodsangst op de operatietafel vertwijfeld naar het plafond lagen te staren, zag ik mijn leven aan mijn ogen voorbijtrekken. Het gevolg was dat, ondanks verwoede pogingen van de twee liefste zusters van Suriname om mij tot bedaren te brengen, mijn angst voor datgene wat mij en mijn inmiddels verschrompelde penis te wachten stond gezelschap kreeg van een enorme depressie. Mijn relaties eindigen per definitie als mijn zaadleiders enkele ogenblikken later, verstikt en verschroeid.

Liefde is voor mij als de Heilige Graal. Net wanneer ik denk deze eindelijk te hebben bemachtigd, blijk ik in plaats daarvan een gifbeker in handen te hebben die ik vaak tot de bodem leeg moet drinken. Ik erken dat ik niet altijd de makkelijkste persoon ben om mee te leven en dat ik in de meeste gevallen zondermeer schuldig ben geweest aan het feit dat menig relatie waarin ik participeerde in een verzengend vuur ten onder is gegaan. Maar waarom moet ik mezelf in allerlei bochten wringen en kwellen door in een relatie te zitten waarin ik niet gelukkig ben of waarvan ik weet dat deze geen lang leven is beschoren? In mijn jeugd heb ik aan den lijve ondervonden wat het betekent om gevangen te moeten zitten in een slecht huwelijk. De eenzaamheid in een slecht huwelijk is helser dan de eenzaamheid die men ervaart wanneer men alleen is. Daarnaast is het leven te kort om de jaren voorbij te zien vliegen terwijl je zit te hopen op het moment dat de andere huwelijkspartner een keer niet goed uitkijkt bij het oversteken van een drukke straat. Ik ken in mijn directe omgeving weinig gelukkige huwelijken. Of de meeste eindigen in een scheiding, of de partners leven omwille van de kinderen, de bijbel of vanwege de hoofdpijn van een zeer complexe scheiding in een soort loopgravenoorlog met elkaar.

Een huwelijk waar ik wel jaloers op ben is het huwelijk van Marieke en Michael. Hun huwelijk is nog geen week oud, maar ze zijn al ruim 34 jaar samen. En samen in de ruimste zin des woords. Na 34 jaar kijken ze nog steeds met een blik naar elkaar of ze elkaar weer voor het eerst zien en de vonk weer overslaat. Ze lachen nog steeds om elkaars grappen en completeren elkaar in elk opzicht. De huwelijksceremonie werd voltrokken in hun huis te midden van een intieme kring van familieden en vrienden bestaande uit kunstenaars, schrijvers, artiesten, vrijdenkers en andere creatieve en vaak prettig gestoorde geesten. De sfeer was bijzonder. De manier hoe Marieke en Michael elkaar aankeken en de woorden die zij tot elkaar spraken verstevigde mijn geloof in ware liefde.

In Love in the Time of Cholera, het prachtige boek van Gabriel García Márquez, vindt het hoofdpersonage op tachtig jarige leeftijd uiteindelijk de ware liefde waar hij zijn hele leven voor heeft gevochten en naar op zoek is geweest. Voor die tijd heeft hij zich eerst door diverse goede en minder goede relaties heen moeten worstelen. Dit stemt mij gunstig. Dankzij dokter Vriesde zijn er weer een paar jaartjes extra aan mijn leven toegevoegd en heb ik hopelijk nog ruim veertig jaar de tijd om mijn Marieke te vinden. Welliswaar zonder zaadleiders, maar dat zal mijn Marieke een zorg wezen.