11 juli 2012

Netwerken


Ik word wrevelig als ik me in een mensenmenigte bevind. Het doet er niet toe of het een feest is of één of andere speciale gebeurtenis. Recepties vermijd ik als de pest. Bruiloften vind ik een nachtmerrie en rond kerst en oudjaar bestaat mijn dieet voornamelijk uit antidepressiva en whisky. Zoals Sartre al eens zei: hel, dat zijn de anderen. Voor mij geldt dat ook. Ik kan heel slecht tegen het laat-ons-vrolijk-en-popi-zijn gedrag tijdens zulke gelegenheden. Vage kennissen die je om de hals vliegen alsof ze je beste vrienden zijn, je de obligate drie zoenen op de wang smakken en terwijl ze vluchtig om zich heen kijken om te zien of er nog andere bekenden zijn om hun populariteit aan te kunnen meten, je quasi geïnteresseerd vragen hoe het met je gaat.

“Beroerd,” respondeerde ik eens een keer uit balorigheid.
“Nice. En hoe is het met je zoon?”
“Dochter.”
“Wat?”
“Ik heb een dochter.”
“Oh ja, hoe gaat het met je dochter?”
“Fantastisch.”
“Ok! Ik heb genoten van je uitzending van vorige week!”
“Mijn uitzending?”
“Ja toch! Vrijdagavond op Radio10.”
“Dat lijkt me sterk. Ik ben al langer dan 10 jaar gestopt met radio.”
“Oh? Joh, ik zou zweren dat jij het was. Nou ik ga weer verder hoor. Doei!!!!!!”
Vreselijk.


Ben ik een sikkeneurige, oude vent die als een kluizenaar zijn columns schrijft en deze over de hoge schutting van zijn woning voor zijn hoofdredacteur werpt? Volgens mijn moeder wel.
Die is gek op recepties. Zij kan maar niet begrijpen dat ik niet in verrukking geraak wanneer één of andere minister, ambassadeur of andere boven ons gestelde mij een uitnodiging stuurt. Mijn moeder kent half Suriname. Ze kan op een receptie met een glas champagne of een bakje garnalen in de hand, uren van de ene naar de andere bekende relatie stuiteren.
“Henry, je bent een ondernemer. Een zakenman. Je moet netwerken op dat soort avonden en mensen leren kennen!”, slingert ze naar mijn hoofd als één van mijn dames op kantoor weer een uitnodiging in het “ronde archief” dumpt. Het is hetzelfde argument dat ik steevast te horen krijg wanneer ik weer eens een uitnodiging voor één van de honderden serviceclubs die Suriname rijk is heb afgeslagen.


De president wisselt zijn ministers vaker dan ik mijn onderbroek. Dus tegen de tijd dat je na tientallen recepties te hebben afgelopen, eindelijk op vertrouwelijke voet bent met een minister, kan je weer opnieuw beginnen wanneer hij wordt gewipt en een nieuwe minister op het pluche heeft plaatsgenomen. Daarnaast ben ik super verlegen en ben ik niet het type dat zomaar op iemand afstapt om te keuren of deze waardevol genoeg is om iets voor mij te kunnen betekenen.


Ik geloof in kwaliteit. Ik zorg goed voor mijn personeel en ze worden zowel lokaal als in het buitenland getraind. Mijn bedrijf vertegenwoordigt topmerken en service en klantvriendelijkheid zit in ons dna. Daarnaast bemoei ik me niet met de politiek en kus ik niemands achterwerk behalve die van mijn vriendin. De afgelopen jaren hebben bewezen dat het dus ook mogelijk is om op deze manier een succesvol bedrijf op te zetten. Zou ik meer zakelijk succes hebben gehad als ik wel iedere week handjes had staan schudden en met visitekaartjes had gestrooid op recepties? Wellicht, maar goede wijn behoeft geen krans en ik drink na een dag hard te hebben gewerkt liever die fles goede wijn met een paar vrienden, dan goedkope wijn op één of andere receptie.
Waar de lippen werken, luieren de handen.

2 opmerkingen:

  1. Amen! Toch maar even onderzoeken of we niet hetzelfde DNA hebben...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ik heb je artikel aandachtig gelezen en ook Claudett haar opmerking en kan alleen maar zeggen dat ik je begrijp. helemaal. fijn dat iemand het een keer verwoord heeft.

    BeantwoordenVerwijderen